woensdag 16 november 2011

afgelopen

Hier dan een laatste bericht, ook al heb ik het idee dat weinig volgers nog op deze blog kijken nu ik weer 'live' in het land ben.
Zondagochtend ben ik thuisgekomen. Een laatste t-shirt dat ik nog in Kathmandu heb laten maken laat met een bijzondere tekst niets aan duidelijkheid te wensen over: het is een soort belofte aan mijn gezin dat dit echt de laatste keer is geweest. Vier expedities in Nepal en Tibet, met als resultaat drie heel mooie en beklommen toppen: Ama Dablam, Cho Oyu en Baruntse. Dat moet het maar zijn, over 2 jaar ga ik vast nog wel iets leuks doen maar geen expeditie meer!
Momenteel zit ik weer in mijn  post-expeditiedip. Niet psychisch, maar puur fysiek. Ik voel me of ik erg ziek ben geweest, zo ongeveer. Zwak, tikkeltje duizelig soms, kouwelijk.... Eerdere keren was dat ongeveer vergelijkbaar en duurde het een week of 3-4 tot ik me weer helemaal hersteld voelde. Het blijft gek: de laatste dagen in de bergen voelde ik me supersterk, en hier terug is daar opeens niets van over. Ik moet nog eens te weten komen of andere expeditiegangers ook dat soort verschijnselen hebben.
Niettemin geniet ik wel na, op andere manieren. En ik ben ook weer heerlijk aan het werk.

Wie mijn foto's wil zien kan ze op 
bekijken. Ik heb in de titels van de foto's wat tekst toegevoegd, hopelijk is het daarmee redelijk te volgen.

Wie de blog hebben gevolgd: bedankt voor de aandacht, en ik hoop dat de expeditie een beetje te volgen was - ondanks de beperkte beschikbaarheid over een pc met satellietverbinding in de bergen.

Met berggroet,


Jan

vrijdag 11 november 2011

Kathmandu revisited

Zoals ik hoopte zijn we gisteren zonder enig probleem met een vliegtuigje weer terug gekomen. Weer even wennen, een drukke stad met straten, auto's, motoren en eeuwig getoeter, na bijna 4 weken in de bergen. Geen tent, donzen kleding en slaapzak, geen klimspullen, het is niet anders: back to normal life.
OmOm ook alvast te wennen aan het verkeer, heb ik vanochtend een motorfiets gehuurd en ben gelijk een ontzettend eind ermee gaan rijden. Erg leuk, en met dat linksrijdende verkeer heb je wat te doen. Vooral als er eens een rustige weg is, is het wennen, voor dat je 't weet rijd je rechts en dat vindt een eerste tegenligger maar heel vreemd. Maar goed, in Kathmandu zelf vind je die rustige wegen niet, het is hectisch en chaotisch. Wel gezellig, met zoveel motorfietsen die allemaal om de auito's heen krioelen. Dat vind je niet in Nederland.


Een ding kwam nog wel aan het licht bij dat motorrijden, nl. dat ik toch wel een kleine blessure heb opgelopen bij het klimmen, of liever bij het afdalen (ik meen dat nog niet geblogd te hebben). Bij de afdaling van de Baruntse, ongeveer halverwege, maakte ik een beoordelingsfoutje en ging met het vast touw om mijn arm (een eenvoudige manier om snel en zeker af te dalen) iets te vroeg een heel steil stukje sneeuw af. Dat heb ik geweten: ik pendelde een beetje, draaide, en voordat ik wist wat er gebeurde had het touw zich om mijn hand/pols gewikkeld, waarbij ik met mijn andere hand (als reflex) dat zo vasthield. Voor ik los kon laten (ik hing nog 10 cm boven de sneeuw of zo) was mijn rechterhand aardig gekneusd. Ik heb er direct sneeuw op gedaan - in ruime mate voorhanden daar - en voelde wel dat het opzette maar dat ' alles het nog deed'. Een dikke hand was het gevolg, maar behalve bij iemand de hand schudden voelde ik er weinig van. O ja, bij kou bleef het ook gevoelig. Vandaag met dat getril aan het motorfietsstuur voelde ik het ook, echt helemaal hersteld is het nog niet.

Gisterenmiddag heb ik mijn vlucht naar huis maar zo snel mogelijk verzet, twee dagen eerder. Zondag kom ik thuis. Nu nog even een nachtje gezellig tussen de kakkerlakken (je vindt ze overal, alleen in mijn bed blijven ze weg. Gelukkig geen muggen, andersom zou ik een slechte ruil vinden. Morgen nog een stukje op de huurmotor van het mooie weer genieten en dan aan het eind van de middag naar huis.

dinsdag 8 november 2011

Lukla airport

Hoe snel kunnen we terugkomen naar Kathmandu, dat is nu de vraag. We hebben de tocht Namche-Lukla in twee"en gesplitst, zodat we pas in Lukla aan zouden komen nadat de file aan wachtende klimmers en trekkers opgelost zou zijn. Dat is aardig gelukt. Afgelopen nacht overnachtten we in een lodge in Phakding, en vanochtend liepen we naar Lukla. Het blijkt dat er wel gevlogen wordt maar het is geen af- en aanvliegen. Hier is het al weer dagenlang helder weer, maar in Kathmandu gooit bewolking roet in het eten. Ik ben benieuwd of we volgens planning morgenochtend kunnen vliegen. De Ama Dablam-expeditie die tegelijk met ons verliep, maar iets eerder klaar was, heeft 6 dagen vast gezeten... en vandaag zouden ze dan vliegen, maar nu zaten ze toch nog te wachten of het wel vandaag kon worden. Bij die Ama Dablamexpeditie was bijna iedereen op de top gekomen, maar gisteren liet een van de deelneemsters me zien hoe haar vingers eruit zagen, dat was geen feest. |Minimaal 1 vinger zal ze gaan verliezen, brrr. En ze leek er nog trots op ook, sommige mensen zitten raar in elkaar. Onze Takeshi, de Japanse Canadees die de top niet haalde en ook bevriezingsverschijnselen had aan zijn vingers, zit nu regelmatig ermee in lauw water en loopt de hele dag met handschoenen  aan. Zijn vingers zijn wat gezwollen en een beetje zwartig, maar als het meezit herstelt dat wel.
Nu ik het toch over leed heb, bij de Amphu Laptse-pas waar wij een paar dagen zo moeizaam passeerden, zijn 2 dagen later 4 mensen overleden, tegelijk gevallen. 1 westerling en 3 Nepalezen. Het was dus inderdaad maar een gevaarlijk gedoe.
Gisteren zaten 2 van onze teamleden in een ander hotel, en zagen daar dat een groep Irani"ers hun topsucces van |Baruntse aan het vnieren waren. Ze zouden voor ons de top hebben bereikt. Maar wij waren absoluut de eersten die dit najaaar op de top kwamen. Misschien durfden ze wel helemaal niet terug naar \Iran zonder topsucces, bang voor Ahmedinedad... Zo gaat het helaas wel vaak, of het nu voor de sponsors is of voor iets anders, 'bijna op de top' wordt 'de top'.
Gisteravond was het weer eens klein leed voor sommigen voor ons. Een van de dragers was al voor het vertrek in Namche 's morgens zo dronken, dat hij niet meer verder kon. De anderen verdeelden zijn last, gingen op weg, kregen spijt en zochten hem toch weer in Namche op - maar toen was hij zoek en nog steeds is hij niet gevonden. Gisteravond on half 12 had de laatste van ons zijn spullen. Ik lag toen trouwens al een paar uur te knorren. In Nepal wordt vroeg geleefd: midden van de avond slapen, maar om een uur of 6 is het al weer een drukte van belang. In Kathmandu of hier in de bergen, overal is dat wel zo.
Terwijl ik dit heb getypt, zijn er alweer een paar vliegtuigjes vertrokken en geland. Het gaat nu goed, ik heb alle vertrouwen dat we morgen terug kunnen.
Ik heb weer zin om terug te komen en ondergedompeld te worden in het gewone leven. Werk, familie, judo- en atletiektrainingen geven, heerlijk!

Jan

maandag 7 november 2011

Namche Bazaar

Nou, ik zit inmiddels al weer aardig in de bewoonde wereld, in Namche Bazaar. Een handelsknooppunt (maar een zonder wegen en auto's), waar alles door dragers en yaks wordt aangevoerd. Maar eigenlijk is het nu meer een toeristisch dorpje, met lodges en souvenirwinkeltjes.
Om er te komen moesten we vanochtend vanuit Pangboche 500 m dalen. In Nepal betekent dat: totaal ca. 1100 m dalen maar tussendoor 600 m stijgen. Ik voel alle beenspieren, maar eigenlijk gaat het verrassend lekker, met Markus en Dave houden we er flink tempo in - en komen dan ver voor alle dragers en andere klimmers aan; gelukkig kunnen we hier in een lodge dan lekker wat eten.
Dat was een paar dagen geleden nog heel anders! Toen we uit het basiskamp weggingen om naar het kamp onder de pas Amphu Lapsa La te komen, liep het niet helemaal lekker. Dat 'kamp' bestond uit tenten die op smalle richeltjes tegen de bergwand werden 'geplakt' door onze sherpa's, voor wie niets teveel of te gek is. De dragers kwamen uren na ons, en sommigen moesten tot begin vd avond (dit vriezen natuurlijk) wachten om hun slaapzak te bemachtigen. Zo ook mijn tentgenoot Dave, die zolang in een andere tent tussen mensen in kroop.
De volgende ochtend gingen we al vroeg de pas op (spectaculair, over en tussen ijswanden door, foto's komen na de exeditie nog). Daar was het een heksenketel. Wij moesten aan touw abseilen, en ook de lasten van de dragers werden aan een touw naar beneden gelaten (sommige dragers zelf ook, wat wel een gek gezicht was). Van de andere kant kwamen ook klimmers, waardoor wij soms enorm moesten wachten. Markus en ik (zoals vaak de eersten) konden er nog redelijk doorkomen na een uur, maar de rest heeft 4-5 uur moeten wachten, gelukkig in de zon. Markus en ik daalden inmiddels rustig af naar de beoogde campsite, waar gelukkig het keukenpersoneel al vlot kwam en razendsnel in de open lucht (en bewolkt, flink vriezend) thee voor ons en henzelf zetten. Daarna was het uren wachten op alle anderen. Ik had redelijk snel een tentje en mijn slaapzak, en ben er niet meer uitgekomen. Op dat moment zaten we net onder de 5000 m hoogte, en dat was het laagste punt in heen heleboel dagen. Maar koud was het, ook de ochtend erop, in de mist/wolken met een beetje sneeuw. Ik ben die ochtend met heel koude handen en voeten zo snel als ik al mijn spullen had gepakt, op weg gegaan naar Pangboche, 1000 m lager. Daar verbleven we (tot vanochtend dus) in een lodge, in een echt bed. Dat was ook weer een paar weken geleden, je zou vergeten dat je ook anders dan in een tent bij - 20 gr. C kunt overnachten...
Nou ja, bij dit soort expedities is het een beetje de keuze: koud en winderig maar helder, of windstil e bewolkt/sneeuw. In dat laatste geval beklim je niet veel, dus we hebben geluk gehad (of eigenlijk: geen pech, want dit weer is vrij normaal in deze tijd van het jaar). Sinds 14 oktober, teon we de bergen introkken, hebben we 2 ochtenden geen stralende zon gezien.

Nu zitten we op 1 dag(je) lopen van Lukla, vanwaar we terug moeten vliegen naar Kathmandu, maar is er het probeem: dagenlang was het bewolkt en werd er niet gevlogen. Lukla zit vol met (2000, zegt men)gestrande mensen. Vandaag is er voor het eerst weer gevlogen, morgen wordt goed weer verwacht, maar de dag erop wanneer wij zouden moeten vliegen zou er storm kunnen komen...
Kortom: als het meezit ben ik snel terug, want dan probeer ik ook een paar dagen eerder naar Nederland te komen. Als het tegenzit, tja, dan duurt dat nog even...
Jullie horen het wel.

Jan

PS alles is relatief: bij die koude ostandigheden waar ik het over heb zijn er altijd nog sherpa's die op blote voeten in sandalen rondlopen.... zijn ze wel van dezelfde planeet?

donderdag 3 november 2011

Baruntse Summit!!!!

Dag volgers,


Nou, de toppogingen zijn allemaal afgelopen, al dan niet met succes. Eindresultaat is dat van onze 16 deelnemers er 7 de top gehaald hebben. En dat ik daarbij was!

We gingen de 31e naar kamp 1, en al snel bleek dat er plannen ontstonden om de volgende dag niet naar kamp 2 te gaan, maar direct naar de top. Wel 1000 m klimmen in plaats van 700, maar voordeel is dan een overnachting minder hoger op de berg. Dit zou alleen iets zijn vor de sterkste klimmers, Markus, Richard en ik. En de supersherpa Jangbu vond het prima, expeditieleider Arnold ook, dus zo gebeurde het. De 1e november om 2 uur stonden we klaar, 3 westerlingen plus 2 sherpa’s. Het was niet overdreven koud, -15 graden C, en ik voelde me sterk.

We gingen in prima tempo de eerste 700 m naar boven, maar goed, dat was het makkelijkste deel van de beklimming. Daarna werd het slingerdeslang om ijstorens en instabiele sneeuwwanden heen. Vaak klimtechnisch niet eenvoudig, vooral omdat de sneeuw hier en daar los poeder was. Langzamerhand, met het naderen van 7000 m, werd het zwaarder. Rich en ik kregen het echt zwaar, heel zwaar. Markus kon het tempo net wat beter aan. Maar goed, terwijl de sherpa’s ook nog stukken vast touw moesten aanleggen nabij de top, kregen wij wat lucht...

Op 10.45 stonden we alle 5 op de top. Een heel klein topje, het was wat zoeken voor plaats om foto’s van elkaar te maken, je valt er zomaar vanaf, 1000 of 2000 m lager. Na een half uurtje hadden we het gezien (het was nog steeds koud) en gingen we terug, zonder problemen. Bij kamp 2 werden we binnengehaald door de overige klimmers die daar inmiddels waren, en kregen we weer wat te drinken. Hadden we wel nodig, het was inmiddels al bijna 12 uur na de start.

Die avond ben ik in kamp 1 gebleven, Markus en Rich gingen terug naar het basiskamp maar ik was wel een beetje erg moe, ik ben daar gebleven.

De dag erna gingen de overige klimmers voor hun toppoging (en ik rustig terug naar basiskamp). Van deze 10 zijn er 4 op de top gekomen: de Finse vrouwen Mia en Noora eerst om 9 uur, en uren later Stef en Dave. De 6 overigen moesten terug om allerlei redenen, meest kou en vermoeidheid. Vandaag (2 nov) kwam iedereen terug in het basiskamp, en sommigen waren erg, heel erg kapot of hadden toch lichte bevriezingsverschijnselen aan vingers of tenen. Niets onherstelbaars gelukkig!

Het gevoel blijft dat de Baruntse sterk onderschat wordt. Arnold vindt hem alles bij elkaar even zwaar als de Ama Dablam, en ik kan me er wel in vinden. Technisch iets makkelijker, maar met alles eromheen toch even zwaar.

Morgen/overmorgengaan we over een heel hoge pas (Amphu Laptsa La), 5800 m, waar we zelfs de dragers aan touwen naar beneden laten zakken (en zelf abseilen). Daarna zijn we weer enigszins in de bewoonde wereld (de Lukla – Everest route), Deze pas heeft zelfs een basiskamp...

Tot zover het top-verhaal. Ik ben weer toe aan Nederland, voel ik!

Jan




zondag 30 oktober 2011

Baruntse basiskamp en kamp 1- bijltjesdag

Dag volgers, 


Donderdag kwamen we na een paar dagen trekken door een prachtig rivierdal (steeds met uitzicht op Mount Everest en Lhotse) in het basiskamp aan. Erg mooi gelegen, helemaal omringd door besneeuwde toppen, waarvan Baruntse de hoogste is.

Na een rustdag zijn we zaterdag in de loop van de ochtend naar kamp 1 geklommen, met als doel verdere acclimatisatie en tevens wat spullen brengen die we daar pas nodig hebben bij de toppoging. Markus, de Zwitser die op dit moment het sterkst is, ging als eerste en in als 2e enz. Helemaal fout natuurlijk, de langzaamsten zouden het eerst moeten gaan. Maar ik kan ze niet dwingen of zo. Een pitige klim, eerst makkelijk 550 m omhoog over envoudig sneeuw. Daarna de West Col: stukje rotsklimmen en vervolgens 100 m steile sneeuw en ijs (40-50 graden). Technisch gezien een makkie, maar oh die hoogte! Ik vond al dat ik er last van had, maar de sherpa’s haalden me niet echt in (wat vooral werd veroorzaakt omdat ze veel zwaardere lasten droegen, natuurlijk) en hijgden meer dan ik. Maar goed, bovenaan die col, met uitzicht op een zeer dichtbije berg Makalu (8450 m), begonnen de sherpa’s kamp 1 te maken. Ik heb een tijdje geholpen met de eerste tent, heb mijn spullen gedropt en ben teruggegaan. Toen kwam ik de andere klimmers tegen (behalve Markus, die was al eerder teruggegaan). Engelsman Richard en Australiër Daniel kwamen redelijk snel, de overigen hadden het overduidelijk veel te zwaar. Al snel kwam ik mensen tegen die het niet meer voor donker terug in het basiskamp zouden halen. Een paar waren al snel gekeerd, maar echte problemen gaven een paar klimmers die niet meer op eigen kracht terug konden en geholpen moesten worden met drinken en eten en begeleiding. Uiteindelijk kwam Arnold met de laatsten om ongeveer 7 uur ’s avonds terug. Van een aantal klimmers is duidelijk dat ze zeer waarschijnlijk geen top zullen halen.

Als het weer redelijk of goed blijft, gaan we morgen (maandag) op pad naar kamp 1, dan 2, dan de top. De weersverwachtingen spreken elkaar wat tegen en zijn wisselend. Jullie horen het, hier of (eerder) op de website.


zaterdag 29 oktober 2011

In basiskamp Baruntse

Dag volgers,

Jan heeft ons gisteren weer gebeld met de satelliettelefoon. Hij is aangekomen in het basiskamp van de Baruntse en maakt het goed.
Helaas is het weer niet zo best, het heeft veel gesneeuwd en de verwachting voor de tweede helft van komende week is niet zo goed. Volgens planning zouden ze vandaag naar kamp 1 gaan, maar of dat met deze weersomstandigheden ook is gebeurd, weten we nog niet. Zodra we weer wat horen, zetten we het op deze weblog. Jullie kunnen ook kijken op de site van de organisatie die de expeditie heeft georganiseerd: www.summitclimb.com.
Als je het kopje "News" aanklikt en vervolgens "Mera Peak and Baruntse autumn" kom je bij het dagboek dat door Summitclimb wordt bijgehouden.

Groeten, Jenny 

dinsdag 25 oktober 2011

Mera Peak!

Dag volgers,

 Op de website van SummitClimb staat het verhaal van de Mera Peak al te lezen (ook door mij geschreven). Hier nog wat aanvullends.

Het gekke is bij de beklimming en ook wel bij andere activiteiten dat ik mezelf nog niet erg sterk vind, maar op een of andere manier toch steeds weer in de eerste groep zit, met erg sterke mannen. Maar af en toe is het wel afzien hoor...

Erg leuk was de training eergisteren om met hulp van een touw, pickel en stijgijzers een steile ijswand te beklimmen en weer ab te seilen. Eindelijk mijn rol in de expeditieleiding een betje waar kunnen maken. Een heel aantal klimmers had dit nooit eerdere gedaan, en Arnold en ik zorgden ervoor dat hun klimuitrusting goed was afgesteld en ik coachte nog wat van onderaf waar mensen het technisch niet zo handig deden.

We zitten nu, na de beklimming, weer in het Mera basiskamp van 5100 m, een beetje uit te rusten van de beklimming vanochtend. Voor sommigen is het wel een beetje proberen te herstellen van aandoeningen die ze nu of de afgelopen dagen opliepen, zoals keelontsteking, een verdraaide knie, heel erge moeheid. Zelf heb ik vanochtend ook wel zo ongelooflijk hijgend die koude lucht in het diepst van mijn longen ziten te persen, en moet ik ook even uitkijken voor die dingen, die uit de hand kunnen lopen zodat je de expeditie alleen nog vanuit je tent kunt volgen.... Maar het zal wel meevallen, uiteindelijk heb ik nooit echte problemen bij expedities.

Morgen gaan we weer wat omlaag, naar 4600 m, wat ons het idee geeft van een hersteloord (maar goed, dat is de hoogte van de hogste Alpentoppen...). De dag erop moeten we in Baruntse basiskamp aankomen, waarmee het opeens allemaal best snel gaat. Maar ook daar kan het weer slecht worden zodat we extra rustdagen of mislukte beklimmingen tegenkomen, mooi dus dat we die dagen hebben.

vrijdag 21 oktober 2011

Vast in de sneeuw op 5000 meter

Hallo volgers,

Jan heeft ons vanmorgen gebeld met een sateliettelefoon. Hij maakt het prima en met de rest van de groep gaat het ook goed. Ze zitten in Khare op 5000 meter. Volgens de planning zouden ze vandaag de pas Mera La (5300 meter) over gaan om aan te komen in het basiskamp van de Mera Peak. Deze tocht is echter met een dag uitgesteld omdat er heel veel sneeuw is gevallen.
Hij vertelde ook nog dat de Mera Peak weliswaar bekend staat als een "wandelberg", maar dat het toch echt wel een flinke joekel is en bepaald geen makkie. Nou gelukkig maar, hoeft ie zich in elk geval niet te vervelen op die berg.....

Groeten, Jenny

zaterdag 15 oktober 2011

Jan op 4000

Bericht van Jan:

We zijn op weg en alles is ok. Op dit moment aangekomen op 4000 meter. Zo gaan we op de Mera Peak aan. Voel me heel sterk, loop lekker voorin en geniet van alles.

vrijdag 14 oktober 2011

nu al op pad!

In Nepal, en zeker op expeditie, gaat alles altijd wat anders dan gepland.
Vanochtend zijn we met redelijk weer naar \lukla gevlogen, die hobbel is weer genomen. Maar sherpa's en expeditieleiding vonden het toch beter om vandaag al direct op pad te gaan, in plaats van een nachtje in een lodge te blijven. We gaan zo dadelijk dus een beetje omhoog, net boven 3000 m, en slapen vannacht al in de tentjes. Lekker rustig, als er tenminste toevallig niet teveel yaks rond je tent zwerven. Maar dat zal hier wel meevallen, het is nogal afgelegen.
Fijn, dat het hier niet meer zo warm is als in Kathmandu, want na een  paar dagen ben je dat wel een beetje zat. Dit was mijn laatste ' eigen'  bericht op de blog, de rest wordt of als bericht gepost door Jenny, en anders komt het wel op baruntsenews.com.

Ik moet nu weg. Tot over een paar weken!

donderdag 13 oktober 2011

www.baruntsenews.com

Nog even vergeten: als ik de blog niet meer bijhoud, en Jenny ook niet dagelijks iets zal schrijven, kun je (behalve op de site van summitcimb, summitclimb.com) regelmatige updates vinden op www.baruntsenews.com . Ik denk dat die site later vandaag echt ven start gaat. Ook daarop is niet elke dag iets te lezen. De oorzaak kan dan gewoon zijn dat de batterijen van de pc van Arnold op zijn (en als de zon niet schijnt laadt er niets op).
Tja, we gaan wel naar een heel erg afgelegen berg... Wij, de expeditiegangers en meer dan 100 dragers (dat zal me een mooie optocht zijn}.

De laatste dag in Kathmandu

Nou, maar goed dat ik een paar daagjes eerder naar Kathmandu ben gegaan, want de tijd kan ik best gebruiken. Allerlei kleine dingetjes heb ik gekocht, mar het belangrijkste waren wel de matrasjes waarop in 4 weken zal moeten liggen. Ik weet uit ervaring dat een heel dun rubber matje op een stenen ondergrond geen succes is, dus ik heb er maar 3 gekocht en daarop komt nog een thermarest opblaasmatrasje. Zo moet het wel redelijk zijn.

Gisteren heb ik toch nog even tijd gevonden om een zwembad van een van de grotere hotels te bezoeken, dat was best lekker na zoveel lopen  in een stoffige, drukke stad.

Morgenochtend vroeg gaan we naar Lukla, met het vliegtuigje. Nou ja, we gaan naar het vliegeveld en dan maar zien dat we in een vliegtuig komen, en dat' ie vliegt, als het weer het toelaat. De afgelopen dagen was het trouwens heerlijk hier, zelfs net even te warm.

Vanochtend hebben we een briefing gehad over de expeditie, vrijwel iedereen was er nu. Het is me gelukt alle namen al te kennen en met iedereen even een praatje te maken in de afgelopen dagen. Lijkt me een leuke groep, wel zeer uiteenlopend met leeftijden van 30 tot boven de 60. En ze komen overal vandaan, veel uit Europese landen maar ook een Zuidafrikaan en een Australi"er. Ook de klimervaring wisselt heel sterk. Een paar hebben wel erg weinig gedaan op klimgebied, ik ben erg benieuwd of die ver komen. En er zijn er ook met ongeveer mijn ervaring, of iets meer. De meesten zijn echter nog nooit boven de 5000 m geweest, en voor hen is het afwachten hoe of ze tegen de hoogte kunnen. De eerste dagen stijgen we erg snel, per dag zo'n 1000 m, een spoed-acclimatisering dus. Expeditieleider Arnold raadt iedereen dan ook heel erg aan, Diamox te gebruiken, een middel dat de aanpassing aan hoogte versnelt en hogteziekte kan voorkomen. Ik ben nu ook echt voorgesteld als assistent-expeditieleider, ik ben benieuwd of dat veel werk oplevert. Het zal wel meevallen, Arnold is toch de eerste persoon om aan te spreken bij problemen.

In Lukla heb ik vast nog gelegenheid om iets op de blog te schrijven, daarna zeker niet meer. Jenny zal er wel af en toe iets opzetten, als ik haar bel. Dat bellen kan nog een paar dagen met mijn eigen mobieltje, daarna met de satelliettelefoon van Arnold. Hier in Kathmandu valt me inmiddels wel op dat erg veel mensen een mobieltje hebben, ook al is het een arm land. En ook het netwerk is veel uitgebreider dan een paar jaar geleden, toen je hooguit in Kathmandu kon bellen. Ook hier staat de tijd niet helemal stil.

dinsdag 11 oktober 2011

in Nepal!

Nou, ik ben er. Wat een reis, ik snap uiteindelijk niet dat ik na al die tussenstops gewoon in Kathmandu sta en dat mijn bagage ook nog eens is gearriveerd.

Een soort natuurwet geldt altijd: Nepal en zeker Kathmandu blijven zoals ze waren. Er kunnen eens kleine dingen veranderen (de gsm doet het gewoon!) maar de drukte, het eindeloze getoeter, de slechte wegen en nauwe straatjes, de aardige mensen, het blijft zo.

Vannacht zat ik in een wel heeel eenvoudig hotel, het geboekte bleek vol (maar da's normaal). Voor 12 dollar per nacht kun je ook niet veel verwachten, en zeker geen toilet dat je kunt doortrekken of warmwaterdouche. Vanochtend was er wel plek in het geboekte, iets duurdere hotel Kohinoor, en ik ben nog alvorens te ontbijten verhuisd. In dit hotel zitten de meeste andere klimmers ook, en het is naast het kantoor van de trekking agency (die onze spullen en sherpa's voor op de berg regelt).

De expeditie is nogal groot geworden, 18 personen! Ik was al overeengekomen dat ik de expeditieleiding 'wat'  zou helpen, maar ik ben nu geloof ik ge-upgraded: ik ben assistent-expeditieleider. Voor de leider Arnold zou 18 ook wel wat erg veel zijn om alleen te leiden, dus hem kwam het goed uit toen ik me een tijdje geleden aanbood voor hun expeditieleiding-opleidingsprogramma. Om eerlijk te zijn denk ik dat het eenmalig zal zijn (maar je weet nooit), dus of het veel programma zal zijn weet ik niet. Maar ja, 20 jaar geleden nam ik een paar atletiektrainingen over en ik ben alweer jaren trainer. 11 Jaar geleden begon ik voor de aardigheid een judoleraarscursus, en ik eigenlijk duurde het niet lang voordat ik een eigen judoclub had... zo gaan die dingen, misschien ben ik hier al een tweede natuurwet op het spoor. Of ik hier erg veel in de leiding ga betekenen weet ik niet, maar officieel ben ik nu leider van de helft van de groep. Vanochtend moest ik mee naar het Ministerie van Toerisme, die de permits voor expedities uitgeeft. Ze willen de expeditieleiders wel even spreken voordat die toestemming er komt. Ook even kennis gemaakt met de liaison officr, een soort waakhond die meegaat en moet bewaken dat je expeditie geen ongeoorloofde dingen doet (een heel andere berg beklimmen, afval achterlaten, noem maar op). Meestal blijft zo iemand een paar weken zitten in het meest naburige dorpje, zodat' ie helemaal geen zicht heeft op wat je doet. Nou ja, Nepal he?

Volgende keer meer. Eerst maar eens wat shoppen in de gezellige straatjes van Thamel.

zondag 9 oktober 2011

allerlaatste bericht uit Den Haag

Nou, nog een laatste bericht vanuit de thuisbasis.

Alle tijd, alles staat klaar, en mijn laatste looptraining vanochtend is ook al gedaan.

Mijn veiligheid tijdens deze expeditie is aanmerkelijk vergroot sinds ik gisteren een beschermengel kreeg van de junior-atleten van Haag Atletiek. Ik moet volgens de gebruiksaanwijzing het engeltje op mijn schouder spelden, van waaraf hij mij beschermt. Laat ik dat maar doen, en dan ook natuurlijk het geluks-oog meenemen dat ik van de fam. Albayrak ontving 2 jaar geleden. Die heeft zijn waarde al bewezen en me vergezeld tot op 8200 m. En ongetwijfeld gaan we ook nog een Boeddhistische pudja houden (een offerdienstje met veel geprevel door een monnik voorafgaand aan de beklimming). Dan ben ik dus beschermd volgens de drie grootste godsdiensten, dat kan geen kwaad!


Voor wie mij volgt: behalve een reactie plaatsen op dit blog, vind ik een e-mailtje ook prima, hoor. Altijd leuk om weer iets vanuit Nederland te horen, of het nu over judo, atletiek, opvallend wereld- of Nederlands nieuws gaat, allemaal goed!

Vanavond vliegen, morgenmiddag 16.30 u lokale tijd in Kathmandu. Tot blogs!

zaterdag 8 oktober 2011

afscheid van nederland

Tjonge, nu gaat het opeens weer zo snel. Heb ik wekenlang weken  zitten aftellen, nu opeens is het zo ongeveer uren aftellen.
Gisteren nog dollars gewisseld, en nog wat andere laatste zaken gekocht.  En ontzettend hard gewerkt om alle werk af te krijgen. Zul je altijd zien, op het laatste moment moeten er nog adviezen worden afgerond, rapporten gewijzigd of komen er nieuwe vragen van (trouwe) klanten die ik graag van dienst wil zijn. Nou ja, het is af, ik kan met een gerust hart weg..
Zondagavond 20.15 uur hoop ik weg te vliegen. Eerst naar Frankfurt, dan Doha (Qatar), dan Kathmandu, aankomst 16.10 uur maandagmiddag.
Het is volgens de weersverwachting van maandag t/m donderdag heel mooi weer in Kathmandu, en daarna niet meer...precies als we zouden vliegen naar Lukla, een vlucht waarvoor het echt goed weer moet zijn. Ik ben benieuwd. In dat soort gevallen ben ik blij dat ik niet de organisator ben. Het hele jaar is het anders: of het nou judoles, atletiektraining of mijn werk is, ik organiseer altijd van alles. Nu niet, en ik hoor wel hoe en wat. Dus toch een beetje, een soort, min of meer, wat men noemt vakantie! (Lig ik over 2-3 weken in een tentje tijdens een sneeuwstorm bij - 20 graden Celsius., dan kan ik me bij de term vakantie niet veel meer voorstellen. Maar ik kan me nu ook al niet meer voorstellen dat ik een week geleden hier in Nederland probeerde de zon te mijden!).

maandag 3 oktober 2011

nog een weekje

Nog een kleine week te gaan, het gaat nu snel. Zeker met zo'n weekend als dit, waarin ik meedeed met een tienkamp, de clubkampioenschappen van Haag Atletiek. Sommigen rieden me dit vooraf af (kan die vervoeging tegenwoordig nog?) vanwege de kans op blessures. Ik als onverbeterlijke optimist heb toch meegedaan en met succes: een derde plaats (mijn hoogste ooit) en ik voel me prima. Alleen een beetje stijfjes vanochtend, nou ja, mag dat ook. Ik weet dat sommigen moeite hebben om uit bed te komen na zoiets.
Tussen de middag nog een lekker duurloopje doen, duurwerk blijft belangrijk om volgende week optima forma de bergen in te gaan. Als het goed is gaan we volgende week zaterdag echt op stap, boven 3000 m. Dan hebben we het engste deel van de expeditie net achter de rug, de binnenlandse vlucht van Kathmandu naar Lukla. Voor wie het leuk vindt: zoek op YouTube maar naar lukla airport landing, wel de meest extreme landing genoemd. Zelfs om al zover te komen is heel wat. In 2007 ging ik ook met dat vliegtuigje, maar omdat ze op zicht vliegen en er bewolking was, werd de vlucht een paar dagen uitgesteld. Enorme chaos op het vliegveld, halve dagen daar zitten wachten... een redelijke kans dat het nu niet veel anders gaat. En dan is het fijn als je meegaat met mensen die er prima contacten hebben. Ook al is alles overbooked, dan zit je toch opeens in een vliegtuig.

Mijn klimspullen en verdere bagage liggen hier inmiddels op een grote hoop te wachten op het definitieve inpakken, later deze week.


Ik heb de voorziene tijdschema van de SummitClimb-site overgenomen en de data ingevuld:


Arriving in Kathmandu:
12 okt.) Arrive Kathmandu (1,300 meters/4,250 feet). Hotel;
13) Orientation day in Kathmandu. Hotel;
Trekking to Mera Peak:
14) Fly to Lukla (2860 metres/9,400 feet);
15 Trek from Lukla to Chutanga (3474 metres/11,400 feet);
16) Trek across the Zetra La pass (4600 metres/15,100 feet), to the village of Chatra La (4200 metres/13,800 feet);
17) Walk to Kothey (Tashi Ongma) at 3500 metres/11,500 feet;
18) Continue to Tagnag at 4300 metres/14,100 feet;
19) Rest day, acclimatization, explore the surrounding area;
20) Walk to Khare at 5000 metres/16,400 feet, organize equipment;
21) Trek across the Mera La, which is at about 5300 metres/17,400 feet to Mera Peak basecamp at 5100 metres/16,700 feet; 
22) Rest day, acclimatization, explore the surrounding area
Climbing Mera Peak: 
23) Climb to High Camp, (5768 metres/18,978 feet);
24) Summit Mera Peak (6476 metres/21,246 feet), descend back to Khare;
25) Extra day for summit attempt and packing up, resting
Trekking to and Climbing Baruntse:
26) Trek to Rato Oral (4683 metres/15,360 feet) on the Hongku Khola, which is the main river that flows from Baruntse;
27) Trek to Pokhari (5003 metres/16,409 feet); 
28) Walk to Baruntse basecamp (5300 metres/17,400 feet);
29) Rest & Acclimatization, training, and organization at basecamp;
30) Rest in basecamp;
31) Climb to camp 1 (6120 metres/20,100 feet);
1 nov) Rest day in camp 1;
2) Climb to camp 2 at 6400 metres/21,000 feet; 
Summit Day:                                                      
3) Summit attempt (7129 metres/23,390 feet);
4) Extra day for summit attempt, return to basecamp, resting;
5) Extra day for summit attempt, return to basecamp, resting;
6) Extra day for summit attempt, return to basecamp, resting; 
Going Home:
7) Pack and prepare to depart basecamp;
8) Hike to base of Amphu Labtsa pass;
9) Cross Amphu Labtsa pass to to Chukkung;
10) Walk to Namche Bazaar (3450 metres/11,300 feet). Teahouse or camping;
11) Trek to Lukla. Teahouse or camping;
12) Flight to Kathmandu. Hotel;
13) Extra day in Kathmandu, in case of delay, and for sightseeing, gift shopping, celebration, saying goodbye to new friends. Hotel;
14) Fly home


Het is een klimschema met weinig reservedagen voor toppogingen, ik ben benieuwd of dat geen problemen geeft. Ik heb wel eens meegemaakt dat we meer dan een week moesten wachten op redelijk weer, maar ook wel eens dat we aankwamen in het base camp, iedereen zich goed voelde, het weer goed was en we de dag erop richting top gingen.

zondag 25 september 2011

Boerenkool en andere medicijnen

Hier weer even een berichtje over de voorbereiding.

Om een misverstand uit de weg te ruimen: ik meldde wel dat ik vriesdroog-boerenkool wil meenemen, maar dat wil niet zeggen dat ik een maand lang boerenkool eet hoor. Het is voor de paar dagen in hoogtekampen. Er zijn twee hoogtekampen boven het basiskamp, dus twee dagen hoogte-voer, en waarschijnlijk vooraf nog een dagje acclimatiseren in kamp 1. Het basiskamp ligt op 5300 m, best weer tamelijk hoog. Gelukkig heb ik daar eigenlijk nooit enig probleem mee gehad. De hoogtekampen liggen op 6100 m en 6400 m, de top op 7130 m. Daaruit, en uit de beschrijving, begrijp ik dat je tussen kamp 1 en 2 vooral een flinke horizontale verplaatsing hebt, over een gletscher. Op de dag naar kamp 1 en de topdag zitten er echt redelijk steile ijsklimmetjes in, 50 respectievelijk 75 graden. Heerlijk, ik verheug me er al op. Conditioneel moet je er dan goed bijzitten, anders is dat niet goed te doen.

Ik neem dit jaar minder medicijnen mee dan ooit. Het enige wat ik echt wil gebruiken is Diamox, een middel dat de acclimatisatie versnelt en de kans op hoogteziekte en hoofdpijn enorm beperkt. Het heeft jaren geduurd, maar in de klimwereld is het inmiddels wel bekend dat het echt helpt. Er zijn natuurlijk klimpuristen die vinden dat dat een soort doping is. Tja, dat is zuurstof gebruiken op de Mount Everest ook. Alleen is het vrijwel onmogelijk om het zonder te doen, en zonder zuurstof beschadigen je hersenen veel erger (er sterven hersencellen af door zuurstofgebrek; gelukkig heb je er vrij veel...). Zuurstof heb ik nog nooit gebruikt, ook niet boven 8000 m. Niet zozeer uit principe, maar ik zit er niet op te wachten om door een masker te ademen met een fles op mijn rug. En tot 8200 m lukte het ook zonder. Diamox gebruik ik heel beperkt, hooguit 1,5 tablet per dag. Als je er veel van gebruikt is de werking niet veel beter, is mijn ervaring. Wel zijn er dan rare bijverschijnselen: tintelende vingers, en de heel rare ervaring dat frisdrank of bier met koolzuur enorm bitter smaakt. En veel plassen, ook al is het verschil met zonder Diamox niet altijd duidelijk: belangrijk is op hoogte dat je erg veel drinkt, dus sowieso moet er ook weer erg veel vocht uit.
Paraat houd ik ook slaaptabletten Temazepam. In Nederland heb ik nog nooit een slaapmiddel gebruikt, maar op hoogte slaap je soms erg lastig in. En als je dan 12 uur in je slaapzak ligt, word je het wakker liggen wel eens zat. Nadeel van die slaaptabletten is, dat ze maar ruim 4 uur werken. En dan lig je soms alweer een tijd wakker. Pijnstillers heb ik ook, sommige gaan al jaren mee want ik gebruik ze nooit. Net als anti-diarreemiddelen, die ik meeneem maar als de nood aan de man is vergeet ik ze te gebruiken. Vanzelf gaat het ook wel weer over, zo'n buikloop die je bij elke expeditie wel een keertje hebt.

Het hotel heb ik inmiddels geregeld - of eigenlijk laten regelen, door organisator SummitClimb. Het is hotel Kohinoor, een eenvoudig hotel aan de rand van Thamel, het leukste deel van Kathmandu. Een website hebben ze niet, dus het is even afwachten. Daar zullen de meeste medeklimmers ook wel zitten, mooi om even kennis te maken voordat we vertrekken.

Nog 2 weken, ik ben in goede conditie en alles ligt op schema. Dat was in 2005 wel anders. Toen had ik een voorbereiding waarin ik om de haverklap een griepje of zware verkoudheid opliep. Tussendoor trainde ik dan weer hard, en dan kwam het gewoon weer terug. Je kunt ook te hard trainen en het te zwaar maken.

maandag 19 september 2011

de voorbereiding - klimspullen

Beste blogvolgers,

Hier weer een vervolgberichtje. Nog 3 weken, dan ben ik onderweg.

Zoals aangekondigd, hier wat informatie over klimspullen. Iedereen die genoeg van expeditieklimmen weet: sla dit maar over, het is bedoeld voor wie daar nog vrijwel niets van weet.
Op zo'n expeditie heb je ongelooflijk veel nodig. Veel extreem warme kleding, bijvoorbeeld. Om van onderaf te beginnen: expeditieschoenen. Ik heb Millet's, fantastische schoenen. Over je sokken trek je een isolerend binnenschoentje. Daarmee schuif je in een goed passende  hoge stijgijzervaste schoen - dus met een heel stijve zool. Om die schoen zit een stevige maar lichte laag, die wind, water en sneeuw tegenhoudt. Omdat ik in het vliegtuig niet teveel gewicht meeneem, is dit de enige schoen behalve een gewone bergwandelschoen die ik meeneem. Dus ook als het nog niet zo heel koud is, of als er nog geen sneeuw ligt, doe ik ze aan.
Zodra je op sneeuw of ijs komt doe je stijgijzers onder je klimschoen. Met punten onderop, uiteraard, maar ook 2 punten aan de voorzijde voor erg steile sneeuw of ijs. Omdat die expeditieschoen zo omvangrijk is (door de isolatie) moest ik destijds speciaal grote stijgijzers aanschaffen.



Als (lang) ondergoed heb ik merino wollen ondergoed. Fantastisch isolerend, heerlijke pasvorm en (ik kan niet tegen gewone wol) niet irriterend. Daarover bij je benen en bovenlichaam nog 1 of meer lagen synthetische isolerende kleding, en daarover het summum in isolatie: donsbroek en donsjas. De donsjas natuurlijk met capuchon.
Aan je handen zijn op lagere hoogte gewone handschoenen prima, maar op grotere hoogte zijn handschoenen niet meer voldoende: de vingers hebben een te groot afkoelend oppervlak. Dus is het gebruikelijk donswanten te dragen. Heerlijk warm, ik heb er nog nooit koude vingers in gehad (ook nooit koude tenen in expedidieschoenen trouwens). Wel is het lastig nog iets te doen met je handen, een ritssluiting openen is al moeilijk. Daarom draag je er een paar dunne handschoentjes onder. Dus als je je wanten even uitdoet, heb je niet direct een probleem bij - x graden C.

In je handen heb je een pickel (ik heb die van het plaatje) of, als het redelijk vlak is zonder valgevaar, skistokken. Als je valt op een sneeuwhelling en je bent niet gezekerd aan een touw, kun je jezelf redden door op je buik te draaien en de punt in de sneeuw te duwen. Daarmee rem je af. In jaren heb ik het zelf nog maar 1 keer gebruikt, in de Alpen.



Dit waren in vogelvlucht wat belangrijke klimspullen. Wat bij klimmen in de Alpen anders is dan bij expeditie (men spreekt wel over alpiene stijl of juist expeditiestijl), is het volgende. In de Alpen zekert je klimmaat jou aan een klimtouw dat je meeneemt, en daarna zeker jij hem - of het nu rotsen, sneeuw of ijs is. Bij een expeditie zorg je ervoor, vaak tijdens het acclimatiseren, dat grote delen van de klimroute zijn voorzien van een vast touw. Dat is dun touw, permanent bevestigd aan bijvoorbeeld ijsschroeven. Als je daarna klimt kun je jezelf zekeren aan een stijgklem, ook Jumar genaamd. Die laat je langs het touw met je meeglijden, maar hij blokkeert als je zou vallen; je bent dus gezekerd ook als je alleen klimt. Als je vervolgens naar beneden gaat, kun je met een 'acht' een 8vormig aluminium aparaatje, jezelf laten abseilen.



Momenteel ben ik bezig een hotel te regelen. Verder moeten er nog wat dingetjes gebeuren, zoals expeditie-eten kopen, het eten tijdens het klimmen zelf (in het basiskamp kookt de Nepalese kok). Ik denk dat ik weer gevriesdroogde boerenkool-stamppot koop en verder niets. Het is me in 2009 het best bevallen, beter dan allerlei exotisch voer. En ja.... ik blijf zo'n echte Hollander, hè.


Jan

dinsdag 6 september 2011

voorbereiding: de trainingen

Dag blog-volgers,

Hier weer een berichtje over de voorbereiding, nu over de fysieke training.

Eerst even over hoe het niet moet. Vorig jaar werd ik door een kennis geattendeerd op een site van een organisator van beklimmingen van de Kilimanjaro. Op zich niet een moeilijke berg, in klimmerstermen een wandelberg genoemd. Maar dat heeft te maken met de technische moeilijkheid - hij is klimtechnisch makkelijk dus. Alleen is hij wel een kleine 6000 m hoog, en dat betekent een enorme fysieke inspanning, waarvoor je echt goed getraind moet zijn. Ook heb je grote kans op hoogteziekte, veel mensen halen de top niet. Een paar jaar geleden overleed er nog een Nederlandse vrouw op die berg aan hoogteziekte.
Deze organisator beweerde op de site dat hardlopen als training onnodig was, want het was toch vooral wandelen. Je moest dus trainen door veel te wandelen. Echt een volkomen fout advies, waardoor je mensen in enorme problemen kunt brengen. Ik heb het de organisator meegedeeld, hij had eigenlijk helemaal geen verstand van die dingen, gaf hij toe....ja, er wordt wat afgerommeld in de reisorganisatie-branche. De organisator waarmee ik ga (Summit Climb) geeft overigens wel zeer zinnige adviezen voor training.

Hier volgen dan mijn ideeën over een optimale fysieke voorbereiding, gebaseerd op theorie en ervaring.
De basis is een goede aerobe training. Het zuurstoftransport en -gebruik moeten optimaal zijn. Hardlopen is het meest geschikt, omdat je de juiste spieren ongeveer op de juiste manier gebruikt. Vooral als je ook heuvels oploopt. En...met hardlopen is je hartslag vrijwel altijd hoog genoeg om een goed trainingseffect te bereiken. Met fietsen, zwemmen of schaatsen is dat niet altijd zo. Een andere theorie is trouwens dat je dit met fietsen of wat dan ook aan aerobe sport ook kunt bereiken, en dat je bij de acclimatisatie-trekking vanzelf de juiste spieren wel laat wennen. Mijn ervaring is echter heel simpel: de beste hardlopers komen vrijwel altijd het eerst op de top en haken minder vaak af. (Op echt grote hoogte komen daar natuurlijk factoren bij als het verdragen van enorm lage zuurstofdruk en droge lucht.)
Het tweede waarvan ik denk dat het essentieel is, is het hebben van een hoge aerobe/anaerobe drempel, en goed kunnen functioneren onder anaerobe omstandigheden (dus met zuurstofschuld, 'verzurend'). Ook dit train je met hardlopen zeer eenvoudig, met intervaltrainingen.
Bijkomend is nog dat gewenning aan kou en warmte erg handig is (beide komen voor, de kou wel veel vaker), een redelijke maximaalkracht (die ene grote stap op een rotsblok), duurkracht (echt steile stukjes klimmen).
Ik probeer de maanden voor de expeditie dan ook veel hard te lopen, 4 x per week. Twee daarvan met tempo's tussen 1 en 6 minuten, ook eens per week een duurloop van ruim een uur. In een van de wekelijkse traningen loop ik een duin hard op en rustig af, en weer terug, en dat minimaal 6 x (dus 12 stijgingen van een minuut). In een andere training doe ik een duinrondje 4 x , met pauze van 3 min.Als ik dat rondje binnen 6 min. loop, weet ik dat ik aardig in conditie ben. Baantrainingen laat ik momenteel even, want ik voel allerlei halve pijntjes in kuiten en achillespezen. En baantrainingen zijn riskanter dan duintrainingen wat dat betreft.

De rest van de week doe ik judotrainingen, 3 x per week. Die zijn niet specifiek hiervoor, maar goed voor de algemene fysieke conditie en souplesse. Ook doe ik nog een keer per week krachttraining. Niet gericht op spiertoename,  natuurlijk (gewicht!), voor zover dat al gebeurt op mijn leeftijd. Meer duurkracht, setjes van 20 à 30 herhalingen. Behalve voor beenspieren dan weer, duurkracht of krachtuithoudingsvermogen oefen je al met het lopen, dus daarvoor probeer ik toch nog een beetje de maximaalkracht op peil te houden.

Misschien onnodig te melden dat je gewicht belangrijk is. Bij eerdere expedities zag ik in het zwembad in Kathmandu al bij wie het niet goed zou gaan.... ieder overgewicht is een ramp bij het klimmen. Ieder grammetje uitsparen in je uitrusting en zelf kilo's te zwaar, dat is niet echt slim.
Zelf ben ik al jaren op hetzelfde gewicht, hoewel... er zijn in de laatste 20 jaren toch 6 kg bijgekomen. Uit meting van mijn vetpercentage (huidplooimeter), 13 % vet, weet ik dat dat voor ongeveer de helft door vet komt. Destijds was ik ook wel wat erg dunnetjes. De andere helft van de toename bestaat uit spieren, met zoveel judotraining is dat niet tegen te houden.
Voor wie het al opmerkte: het zijn meer dan 7 trainingen per week. Sommige dagen zijn ook echt vermoeiend!



De foto van mijn klimspullen in mijn vorige bericht was wel wanordelijk, zoals ik als terecht commentaar te horen kreeg. Volgende keer wat meer over een paar klimattributen, dan zal ik er ook wat betere foto's bij plaatsen, zelf gemaakt of van het internet geplukt.

Tot het volgende bericht,

groet,

Jan

zondag 28 augustus 2011

de voorbereiding

Leuk, ik heb al wat volgers op deze blog. Hier een tweede berichtje.

Regelmatig krijg ik de vraag wat ik eigenlijk als voorbereiding doe. Klimmen, of wat eigenlijk?
Misschien raar, maar eigenlijk doe ik niet zo veel ter voorbereiding, ruim een maand voor  de afreis. Mijn klimspullen liggen allemaal te wachten, en fysiek ben ik eigenlijk klaar om morgen te beginnen. Mentaal trouwens ook.
De vlucht is geboekt (zondag 9 oktober 's avonds vertrek ik).
Om over die klimspullen te beginnen: ik mag maar 23 kg meenemen als 'ruimgewicht' in het vliegtuig. De vorige keer dat ik zo'n maximum had, in 2007, had ik heel veel moeite om een beetje binnen het gewicht te blijven. Op het plaatje is de wanorde te zien bij het bij elkaar zoeken van alle spullen. Nu, met weer wat meer ervaring, ga ik meer thuislaten. Dus de inklimberg (de Mera Peak) beklim ik wel met expeditieschoenen, de gewone klimschoenen laat ik thuis. In 2007 heb ik nu juist alleen maar koude voeten gehad op zo'n inklimberg... Ook kun je eigenlijk zoveel kopen in Kathmandu, van klimmateriaal tot gewone dingen als batterijen of deo. Alles is er, en niet duurder dan hier.
Inmiddels heb ik contact met een van de medeklimmers, een Belg genaamd Stef Wolput. Op zijn website http://climbeverest.jimdo.com/ staat onder meer een lijst van wat hij meeneemt, met gewicht en al. Het gewicht is afgezien van een totaalgewicht in een vliegtuig vooral belangrijk voor het klimmen zelf: Ik heb ongeveer de lichtste rugzak, pickel, donskleding enz.die er te koop zijn, elk grammetje telt als je hoog klimt.
Stef heeft overigens deze berg als voorbereiding op veel hogere bergen, waaronder de Mount Everest. Fijn, nog een Nederlandstalige deelnemer, met de expeditieleider erbij zijn we dan al met drie. Nog steeds zal Engels dan wel de voertaal worden (er gaat ook een Fin mee, maar ons Fins en zijn Nederlands zullen wel niet zo goed zijn).

Voor mij was de Cho Oyu met zijn 8201 m hoogte het hoogste punt, en ik betwijfel of ik ooit hoger kom. Wie over die expeditie meer wil lezen kan op http://snowleopard.nl/page.php?pageID=10294296 het verloop van deze zowel succesvolle als tragisch verlopen expeditie nalezen.
Als ik toch aan eerdere expedities denk: bij http://www.mountainguides.com/amadablam-tr2007.shtml is de expeditie naar de Ama Dablam na te lezen. Een bloedstollende berg, met alles erin van steile rotswanden tot sneeuwrandjes. Niet zo hoog maar erg lastig (en leuk om te doen).

Tot zover dit bericht. Volgende keer ga ik wat meer in op mijn trainingen, want ook daarover is wel wat meer te vertellen.

Tot ziens,

Jan

zaterdag 13 augustus 2011

start

Hier een eerste berichtje over de komende expeditie naar de Baruntse in Nepal. Voor mij is het de vierde expeditie in Nepal en Tibet. Na de top van de Ama Dablam in 2007 en de Cho Oyu in 2009 ditmaal weer eens een andere berg. Er zijn er nog genoeg over, natuurlijk. Maar ja, als je wat eisen stelt (niet té gevaarlijk of onhaalbaar, niet té makkelijk, liefst met een leuke trekking erbij als acclimatisatie) wordt het aantal bergen al wat kleiner.



Maar goed, de Baruntse dus. Ongeveer 7130 m hoog (de opgegeven hoogte verschilt nogal eens), een berg die als niet lawinegevaarlijk te boek staat. Tamelijk rechttoe rechtaan, blijkt uit verslagen van eerdere beklimmingen, met op de topdag wat steilere en luchtiger passages. Nou ja, ook dat moet je allemaal nog maar zien, is mijn ervaring. Op de Cho Oyu ben ik tweemaal geweest (in 2005 net niet de top gehaald) en de klimroutes verschilden nogal doordat sneeuw en ijs er opeens heel anders bij lagen.
Om bij de Baruntse te komen moeten we een aardige trekking maken, niet op mooie paden zoals bij populaire trekkings maar over 5000 m hoge passen, vaak besneeuwd, waar men zijn weg maar moet vinden. Als inklimberg doen we ook nog een 'trekking peak', de Mera Peak van 6450 m.

De expeditie wordt georganiseerd door Summit Climb, een Amerikaans/Engelse organisatie geleid door de bekende klimmer Dan Mazur. Summit Climb heeft helaas geen mail- en internetfaciliteiten tijdens de trekking en in het basiskamp. Deze blog zal dus een tijdje geen verslag doen van de expeditie, en dan kun je als volger beter de site van Summit Climb volgen. Daarop wordt tijdens de expeditie wel verslag gedaan van het verloop: http://www.summitclimb.com/new/default.asp?vid=663&ltitle=Baruntse#Mera%20Peak
Ik heb begrepen dat er al een stuk of 6 klimmers in hebben geschreven, uit een paar Europese en Amerikaanse landen. Het lijkt erop dat de expeditie wordt geleid door Arnold Coster, een Nederlander die ik nog niet ken maar die inmiddels veel expedities in Nepal en omstreken heeft gedaan. Voor mij als voordeel dat af en toe Nederlands praten ook nog mogelijk is - wekenlang alleen Engels is vermoeiend, is mijn ervaring.

Op deze blog zal ik voor de expeditie af en toe berichtjes plaatsen over de voorbereiding. In Nepal kan ik nog een tijdje verslag doen via internetcafés, totdat we het internetloze gebergte ingaan. Omdat ik af en toe nog wel met de satelliettelefoon naar huis zal bellen, kan Jenny ook dan af en toe nog een berichtje op deze blog plaatsen.

Zou het me weer net zo goed afgaan als bij vorige expedities? Jullie lezen het!

met klimgroet,


jan