maandag 7 november 2011

Namche Bazaar

Nou, ik zit inmiddels al weer aardig in de bewoonde wereld, in Namche Bazaar. Een handelsknooppunt (maar een zonder wegen en auto's), waar alles door dragers en yaks wordt aangevoerd. Maar eigenlijk is het nu meer een toeristisch dorpje, met lodges en souvenirwinkeltjes.
Om er te komen moesten we vanochtend vanuit Pangboche 500 m dalen. In Nepal betekent dat: totaal ca. 1100 m dalen maar tussendoor 600 m stijgen. Ik voel alle beenspieren, maar eigenlijk gaat het verrassend lekker, met Markus en Dave houden we er flink tempo in - en komen dan ver voor alle dragers en andere klimmers aan; gelukkig kunnen we hier in een lodge dan lekker wat eten.
Dat was een paar dagen geleden nog heel anders! Toen we uit het basiskamp weggingen om naar het kamp onder de pas Amphu Lapsa La te komen, liep het niet helemaal lekker. Dat 'kamp' bestond uit tenten die op smalle richeltjes tegen de bergwand werden 'geplakt' door onze sherpa's, voor wie niets teveel of te gek is. De dragers kwamen uren na ons, en sommigen moesten tot begin vd avond (dit vriezen natuurlijk) wachten om hun slaapzak te bemachtigen. Zo ook mijn tentgenoot Dave, die zolang in een andere tent tussen mensen in kroop.
De volgende ochtend gingen we al vroeg de pas op (spectaculair, over en tussen ijswanden door, foto's komen na de exeditie nog). Daar was het een heksenketel. Wij moesten aan touw abseilen, en ook de lasten van de dragers werden aan een touw naar beneden gelaten (sommige dragers zelf ook, wat wel een gek gezicht was). Van de andere kant kwamen ook klimmers, waardoor wij soms enorm moesten wachten. Markus en ik (zoals vaak de eersten) konden er nog redelijk doorkomen na een uur, maar de rest heeft 4-5 uur moeten wachten, gelukkig in de zon. Markus en ik daalden inmiddels rustig af naar de beoogde campsite, waar gelukkig het keukenpersoneel al vlot kwam en razendsnel in de open lucht (en bewolkt, flink vriezend) thee voor ons en henzelf zetten. Daarna was het uren wachten op alle anderen. Ik had redelijk snel een tentje en mijn slaapzak, en ben er niet meer uitgekomen. Op dat moment zaten we net onder de 5000 m hoogte, en dat was het laagste punt in heen heleboel dagen. Maar koud was het, ook de ochtend erop, in de mist/wolken met een beetje sneeuw. Ik ben die ochtend met heel koude handen en voeten zo snel als ik al mijn spullen had gepakt, op weg gegaan naar Pangboche, 1000 m lager. Daar verbleven we (tot vanochtend dus) in een lodge, in een echt bed. Dat was ook weer een paar weken geleden, je zou vergeten dat je ook anders dan in een tent bij - 20 gr. C kunt overnachten...
Nou ja, bij dit soort expedities is het een beetje de keuze: koud en winderig maar helder, of windstil e bewolkt/sneeuw. In dat laatste geval beklim je niet veel, dus we hebben geluk gehad (of eigenlijk: geen pech, want dit weer is vrij normaal in deze tijd van het jaar). Sinds 14 oktober, teon we de bergen introkken, hebben we 2 ochtenden geen stralende zon gezien.

Nu zitten we op 1 dag(je) lopen van Lukla, vanwaar we terug moeten vliegen naar Kathmandu, maar is er het probeem: dagenlang was het bewolkt en werd er niet gevlogen. Lukla zit vol met (2000, zegt men)gestrande mensen. Vandaag is er voor het eerst weer gevlogen, morgen wordt goed weer verwacht, maar de dag erop wanneer wij zouden moeten vliegen zou er storm kunnen komen...
Kortom: als het meezit ben ik snel terug, want dan probeer ik ook een paar dagen eerder naar Nederland te komen. Als het tegenzit, tja, dan duurt dat nog even...
Jullie horen het wel.

Jan

PS alles is relatief: bij die koude ostandigheden waar ik het over heb zijn er altijd nog sherpa's die op blote voeten in sandalen rondlopen.... zijn ze wel van dezelfde planeet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten